07 feb Over ministers, ontslagen en al dan niet onbezonnen uitspraken
Donderdagochtend. Eerst de wekker en kort daarna piept mijn telefoon. Een SMS van mijn jongste dochter ‘Hey vake, donderdag = blogdag. Ik stuur je vast een vraag voor het geval dat je niemand tegen komt onderweg:-)
Wat vind jij van het ontslag van Joke Schauvliege?”
Dat moet mij overkomen. Ik kan beter voor een marathon gaan trainen. Dergelijke vragen krijg ik niet in een half uur beantwoord.
Eerst het korte antwoord. Het ontslag van Joke Schauvliege is volkomen terecht. Zij kreeg een mandaat van de kiezer en beschaamde dit op dusdanige wijze, dat ontslag de enige optie was. Dat is erg voor haar, maar ze zal het wel overleven. Ze heeft nu tijd om tot rust te komen, te bezinnen, een nieuwe SIM-kaart te kopen en de komende verkiezingen voor te bereiden.
Toch maak ik mij ernstige zorgen. Zorgen over de verschillende reacties van de minister, maar ook die van van haar voor- en tegenstanders. Iedereen spreekt over de ‘leugen over de staatsveiligheid’. Die uitspraak was onverstandig en onbezonnen en daar boet ze nu voor.
Maar een andere uitspraak dreigt volledig aan de aandacht te ontsnappen, en die uitspraak is veel problematischer. De uitspraak over al die betogers, en met name over die tienduizenden jongeren, die niet in staat zijn om zelfstandig na te denken, die gemanipuleerd worden door een anonieme boze organisatie.
Dit is voor mij pas echt een probleem, want deze uitspraak is niet onbezonnen. Deze getuigt van een absoluut gebrek aan respect voor, en inzicht in onze jongeren. En het feit dat deze uitspraak volledig tussen de plooien dreigt te verdwijnen, betekent dat vele anderen de mening van onze ex-minister delen.
En dit zou ik graag in een breder perspectief plaatsen.
Als we onszelf de vraag stellen welke wereld wij aan onze jongeren willen nalaten, dan gaat dat over meer dan het aantal bomen in de grond, de hoeveelheid CO2 in de lucht of de hoeveelheid plastiek in het water. Het gaat er ook over hoe onze jongeren later hun volwassen leven kunnen opbouwen. We moeten ons er goed van bewust zijn dat onze jongeren, wanneer ze 18 of 24 zijn en van de schoolbanken komen, belanden in een mondiale economie. Zij zullen solliciteren voor een job waar ook 1000 Chinezen, 700 Indiërs, 500 Russen en 300 Brazilianen in geïnteresseerd zijn. En die Chinezen, Indiërs, Russen en Brazilianen zijn in vele gevallen bereid om harder te werken voor minder geld.
Wij moeten onze jongeren dus wapenen. We moeten ze iets bieden, wat die Chinezen, Indiërs, Russen en Brazilianen niet kunnen. En dat hangt samen met onze politieke organisatiestructuur, onze westerse democratie. Wij leven in een land waar we zelfstandig mogen denken, creatieve oplossingen mogen zoeken en waar wij onze gedachten mogen uiten. Het is de taak van ons, volwassenen – ouders, leerkrachten, maar ook politici – om onze jongeren de kans te geven hun zelfstandigheid, hun creativiteit en hun taalvaardigheid te ontwikkelen.
En dan vraag ik: “wat doen die jongeren op donderdag?”
Ze hebben een probleem onderkent, zij brengen dat zeer goed onder woorden en zij doen dat op een dermate creatieve manier dat het land op zijn kop staat.
Met andere woorden: die jongeren doen precies wat wij van hen zouden moeten verlangen.
Daarom de volgende denkoefening voor onze politici. Ik vraag aan elk van jullie om ook eens voor de spiegel te gaan staan. Indien de uitspraak van Schauvliege over de staatsveiligheid voor u een groter probleem is, dan de uitspraak over die jongeren die gemanipuleerd zouden zijn, dan hebt u een probleem. Het voorbeeld van de ex-minister volgen en uw ontslag aanbieden is één optie. Heel snel tot het inzicht komen een ander.
Mijn volledige dagboek kun je lezen op de website van De Coöperatie.