23 apr Verscheurd Parijs – Sebastian Smee
Verscheurd Parijs van Sebastian Smee is het ideale boek voor mensen die geïnteresseerd zijn in de Franse politiek uit de 2e helft van de 19e eeuw én het impressionisme in de schilderkunst.Dat is misschien niet de grote meerderheid van de lezers, maar ik behoor tot de minderheid die wel in beide geïnteresseerd is. En dan is dit boek om te smullen.
Auteur Sebastian Smee is een Australische kunstcriticus en schrijver. Na een verblijf van enkele jaren in Engeland emigreerde hij naar Boston in de Verenigde Staten. Hij schreef kritieken voor onder andere The Daily Telegraph, The Guardian en The Times. Vandaag werkt hij voor The Washington Post, voorwaar geen kleine bladen. In 2011 won hij de Pulitzerprijs voor zijn geschriften.
Zijn meest recente boek, Paris in Ruins, schreef hij in 2024. Het werd hetzelfde jaar vertaald door Paul Janse als Verscheurd Parijs, met als ondertitel Liefde, oorlog en de geboorte van het impressionisme.
De beide onderwerpen, politiek en kunst, liggen mij nauw aan het hart. Eigenlijk sta ik ervan versteld dat ik de link tussen de Commune van Parijs en de geboorte van het impressionisme niet zelf heb gelegd. Gelukkig is er dan Sebastian Smee om mij en de andere lezers op weg te helpen.
Het boek bestaat uit vier delen, het begint en eindigt met kunst, met in het midden liters vergoten bloed.
In het eerste deel schetst de schrijver de culturele situatie in Parijs, op dat moment net tot lichtstad gepromoveerd door de introductie van de straatlantaarns. Cultureel hoogtepunt van het jaar is het Salon de Paris, een groots opgezette tentoonstelling waar alle recente schilderijen worden getoond die de goedkeuring wegdragen van een, zoals wel vaker, ietwat behoudsgezinde jury. De onvrede bij de nieuwe generatie schilders wordt goed weergegeven, en Smee introduceert zijn twee hoofdpersonages Eduard Manet en Berthe Morisot. Eduard Manet is de oudste en op dat moment meest bekende van de latere impressionisten. Berthe Morisot was voor mij een goedbewaard geheim. Zoals zo vaak verdwijnen talentvolle vrouwen tussen de plooien van de geschiedenis. Alleen al als eerhestel voor Morisot is dit boek het lezen waard.
Deel 2 beschrijft het beleg van Parijs door de Pruisen en deel 3 de korte geschiedenis van de Commune van Parijs. De aanloop van het 2e deel, met de staatsgreep van Napoleon 3, waardoor Frankrijk van republiek waar een monarchie wordt, is van belang om het ontstaan van de Commune van Parijs te begrijpen. Die viel niet zomaar uit de lucht. De onvrede met het beleid van de keizer groeit dag na dag. Het aantal verzetsgroepen ook, van communisten tot anarchisten, van socialisten tot blanquisten, van jacobijnen tot republikeinen. En Napoleon doet wat leiders wel vaker doen, wanneer ze in het nauw gedreven worden: hij begint een op papier makkelijk te winnen oorlog tegen een buurland. Poetin en Netanyahu hebben de mosterd ten slotte ergens gehaald. En zoals wel vaker gebeurt, merkt Napoleon al snel: makkelijk te winnen oorlogen bestaan niet. Hij leidt enkele nederlagen en wordt gevangen genomen, waardoor er in Frankrijk een machtsvacuüm ontstaat. De oorlog culmineert in het beleg van Parijs. Dit beleg is zeer nauwkeurig gedocumteerd. Zowel de verschillende gevechten, de manier waarop de Fransen informatie uit en naar Parijs kregen, als de erbarmelijke levensomstandigheden van zeer veel Parijzenaars worden duidelijk in beeld gebracht. De afloop van het beleg, het affront dat de Parijzenaars moeten ondergaan met de overwinningsoptocht van de Pruisen over de Champs-Elysées en de kroning tot Pruisische keizer Wilhelm 1 in Versailles, gevolgd door draconische maatregelen van de nieuwe Franse regering, konden dan haast niet anders dan leiden tot een burgeroorlog tussen Parijs en de rest van Frankrijk.
Leeswaarschuwing: voor ieder die in dit boek op zoek gaat naar de verwezenlijkingen van de Commune van Parijs (scheiding van kerk en staat, afschaffing van bepaalde vormen van kinderarbeid, vrouwenstemrecht, …) is eraan voor de moeite. Het derde deel van dit boek focust op dezelfde elementen als het 2e deel: de verschillende oorlogsverrichtingen, de erbarmelijke levensomstandigheden van de Parijzenaars en het vele, vele bloedvergieten langs beide kanten. De levensomstandigheden worden nog menselijker gemaakt doordat de schrijver het leven van verschillende schilders volgt, zowel zij die dienden bij de nationale garde, als zij die vluchtten.
Het laatste deel focust weer op de schilders, op hun evolutie, op hun thema’s, op wat hen bindt, op de door henzelf georganiseerde tentoonstellingen en op de herkomst van hun naam.
Verscheurd Parijs is een boek voor mensen die geïnteresseerd zijn in de Franse politiek uit de 2e helft van de 19e eeuw én het impressionisme in de schilderkunst. Maar het gaat breder. Het boek is één grote waarschuwing tegen de gevaren van het opnemen van de wapens, én het is een denkoefening over de rol die kunstenaars spelen in de maatschappij.
Wat mij betreft een must. En wat betreft Berthe Morisot waarschijnlijk ook.