‘t Is de schuld van de politiek

Op het moment dat ik in de politiek stapte, was ik meerderjarig en bij mijn volle verstand. En dus in staat om de gevolgen van mijn daden en beslissingen te dragen. Ik heb er weinig moeite mee om mijn verantwoordelijkheid op te nemen, wanneer ík als politicus, of wanneer de politieke familie in haar geheel een fout maakt. Maar de voltooiing van de werken in de Bril-, Rossel-, Reymeersstraat levert mij een mooie gelegenheid om de grenzen van politieke en individuele verantwoordelijkheid af te tasten.

De werken aan de Bril-, Rossel-, Reymeersstraat – of in mensentaal: de baan van het dorp naar de Maricolen – hebben de afgelopen jaren een bloemlezing aan soms terechte, soms onterechte – commentaren opgeleverd. De tendens: ongeveer iedereen is het er over eens dat er iets aan deze straat moest gebeuren. Over de timing bestaat minder eensgezindheid en over die nieuwe inrichting nog minder.

Laat ik om te beginnen zeggen dat ik een fan ben van de nieuwe inrichting: een fietsstraat. Enkele richting voor de auto’s en ruimte voor fietsers, voetgangers en minder-validen om de straat in beide richtingen te gebruiken. In een fietsstraat moet je rekening houden met 3 zaken:

  • je mag er maximum 30 km/u rijden
  • auto’s en brommers mogen geen fietsers inhalen
  • fietsers mogen (in het geval van de Bril-, Rossel-, Reymeersstraat) tot de helft van het rijvak gebruiken.

Voor mij een maatregel waarbij automobilisten misschien een beetje langer onderweg zijn, maar waarbij het comfort en de veiligheid van de zwakkere weggebruikers enorm verbetert. En een zichtbare maatregel om iedereen er nog eens op te wijzen dat de openbare ruimte – en dus ook de straten – er voor iedereen zijn.

Maar eigenlijk is het voorgaande slechts een aanloop naar een opmerking die ik de afgelopen maanden verschillende malen hoorde: “zeg Jan, ze zijn hier nogal een autostrade aan het leggen. Straks zullen ze hier nogal doorheen vlammen!”

Een terechte bezorgdheid. Een eenrichtingsbaan waar je genoeg ruimte voorziet voor auto’s en voor fietsers in beide richtingen is in principe ook breed genoeg om het gaspedaal in te duwen.

Maar dan heb ik een vraag over politieke verantwoordelijkheid. Is het de taak van de politiek om een straat door middel van drempels, bloembakken, … zo in te richten dat het voor automobilisten onmogelijk wordt om het verkeersreglement te overtreden? Of mag je van je medemens verwachten dat hij de volwassenheid heeft om het verkeersreglement te kennen en na te leven?

Ik ben een links-liberaal, en dus ook een liberaal. Ik hecht aan individuele vrijheid én individuele verantwoordelijkheid. Van mij mag jij je voortbewegen zoals je wilt, maar met respect voor de verkeersregels die het mogelijk maken dat jij en ik samen op een comfortabele en veilige manier de openbare weg kunnen gebruiken. De politiek heeft hierbij 2 belangrijke taken:

  1. Straten onderhouden en verbeteren, wat in dit geval gebeurde.
  2. Sensibiliseren. En dat is het doel van deze blog.

Vier jaar geleden schreef ik op mijn website het volgende:

“Het gemeentebestuur kan de infrastructuur verder verbeteren door het gemeentelijk mobiliteitsplan nauwgezet op te volgen en door in de realiteit nog meer plaats te voorzien voor fietsstraten, fietspaden en verbreedde en rolstoeltoegankelijke voetpaden. Meer éénrichtingsverkeer is een mogelijkheid om voldoende plaats voor de auto te bewaren.
Daarnaast speelt het gemeentebestuur een belangrijke rol bij het sensibiliseren over een bewust gezamenlijk gebruik van de openbare weg.
En de rest … is aan jou.”

Vandaag vind ik de Bril-, Rossel-, Reymeersstraat een geslaagd voorbeeld van wat ik toen op mijn website schreef. Als politicus zal ik mij verder blijven inzetten voor veilige en comfortabele straten voor iedereen. Terwijl de schoolmeester die ik ook ben, zal blijven sensibiliseren, en zal blijven herhalen: de rest … is aan jou:-)



Wil je op de hoogte blijven van mijn plannen voor morgen of overmorgen? Of misschien zelfs die van vandaag? Schrijf je in op mijn Nasbrief.