Geen beleid zonder cultuurbeleid

Over de rol van kunst in het (kunst)onderwijs?

Geen beleid zonder cultuurbeleidFrederik Sioen en Tom Kestens zijn twee namen die klinken als een klok, wanneer het gaat over het belang van cultuur en de cultuursector in onze maatschappij. Frederik en Tom staan ook beiden op een Vooruitlijst voor de komende verkiezingen op 9 juni. Geen wonder dus dat Vooruit met een zeer sterk luik cultuur naar die verkiezingen trekt. Ik ben blij dat ik daar met mijn achtergrond een steentje aan kan bijdragen.

En wat is precies die achtergrond?

Ik ben van opleiding gitarist en leraar. Ik werk nu 29 jaar in de Kunstacademie van Lede Erpe-Mere Wichelen. Ik begon daar als leerkracht, was 13 jaar directeur, en sta nu alweer 10 jaar in de klas. Gedurende al die jaren was er voor mij één centrale vraag: ‘wat is de rol van kunst in het (kunst)onderwijs?

Het onderwijs – toen

Ik wil je graag meenemen terug in de tijd: ik wil je meenemen naar de tijd waarin een jonge Ledenaar die na zijn schooltijd op zoek ging naar werk, meestal in de streek bleef. De concurrentie bleef beperkt tot een paar dorpsgenoten, en eventueel iemand van Serskamp of Erpe. De alternatieven waren Gent (Volvo), Aalst (den Amylum) of Brussel (een of ander ministerie).

Het onderwijs – Nu
Jan op gitaar

Vandaag zwermen onze jongeren uit. Naar alle windstreken van België en naar het buitenland. Maar de concurrentie is ook fors toegenomen. Iedere jongere die vandaag afstudeert, komt terecht in een mondiale economie, waarin hij/zij moet concurreren met 1.000 Chinezen, 500 Indiërs, 300 Polen en 200 Brazilianen. En die concurrenten zijn meestal bereid om harder te werken, voor minder geld.

Dat wil niet zeggen dat onze jongeren lui en op geld belust zijn. Dat wil enkel zeggen, dat (voornamelijk) de vakbonden er de afgelopen decennia in geslaagd zijn, om aanvaardbare werkomstandigheden en een aanvaardbaar loon te bewerkstelligen, voor de mensen die werken. Voor velen onder ons een evidentie, maar op zeer veel plekken in de wereld is dat absoluut niet het geval.

Het grote risico waar wij voor staan,
is dat we al wat we bereikten op de helling zetten,

vanuit een verkeerd begrepen mondiale concurrentiestrijd.
Wij moeten geen concurrentiestrijd aangaan met de wapens van andere economieën.
Wij moeten de strijd aangaan met wat ons uniek maakt.

Daarvoor moeten we terug naar de essentie van ons onderwijs: ‘Wat willen we onze jongeren leren, zodat zij de concurrentiestrijd kunnen aangaan? Welke unieke attitudes en vaardigheden kunnen wij ze meegeven? Vaardigheden die al die Chinezen, al die Indiërs en al die Polen en Brazilianen niet hebben? En dan komen we al snel bij creativiteit en kritisch denken.

Wat is de rol van kunst in het (kunst)onderwijs?

Creativiteit en kritisch denken staan in China, Rusland en Brazilië niet hoog op de prioriteitenlijst. In een Westerse democratie zou dat wel zo moeten zijn.

Sterker nog. De kracht van een Westerse democratie wordt bepaald door de mate waarin creativiteit en kritisch denken worden verwelkomd en aanvaard. Dus daar moeten we in investeren. In leerkrachten die creativiteit en kritisch denken kunnen stimuleren, in opleidingen en vakken waar daar plaats voor is, in eindtermen waar daar ruimte voor is, en in ruimtes en structuren waar leerkrachten en leerlingen die creatief en kritisch bezig zijn, zich thuis kunnen voelen.

De kunstacademie, de culturele motor.

En ik zie hier een essentiële rol voor de kunstacademies. Academies kunnen jongeren en volwassenen (waaronder leerkrachten uit het dagonderwijs) opleiden om te schrijven, te schilderen of een instrument te spelen. Maar academies zijn ook ruimtes om mensen samen te brengen, samen te laten spelen en samen te laten werken. Academies zijn bij uitstek geschikt om creativiteit en kritisch denken aan te leren en te stimuleren.

De afgelopen jaren traden academies ook buiten hun muren, waardoor de manier van werken en denken ook zichtbaar werd op andere culturele activiteiten, bij andere verenigingen en – door het project kunstkuur – in het dagonderwijs.

Leve de Uitpas!

Jan op tubaEen uitdaging waar ik als leerkracht en als directeur jarenlang mee worstelde, was de moeilijkheid om kwetsbare doelgroepen te bereiken, leerlingen met armoede-ervaring, leerlingen van kleur, leerlingen met een beperking. Ik ben dan ook zeer blij met de kentering van de laatste jaren. Dat heeft veel te maken met de opkomst van de Uitpas. Een initiatief dat in onze regio werd gelanceerd, en dat nu over heel Vlaanderen is terug te vinden.

Het uitgangspunt is eenvoudig en geniaal. Jij en ik kunnen voor 5 euro een Uitpas kopen, punten sparen en voordelen krijgen. Tegelijkertijd kunnen mensen in een kwetsbare situatie deze kaart krijgen. En met deze kaart hebben zij dan – naast de eerder genoemde voordelen – recht op aanzienlijke kortingen bij culturele manifestaties, of bij inschrijving in bibliotheek of een kunstacademie.

Zo komt een steeds grotere groep mensen in aanraking met een potlood, penseel of strijkstok. Zo komt een steeds grotere groep mensen regelmatig in een omgeving die creativiteit en kritisch denken stimuleert.

Iedereen een Kunstkuur?

6 miljoen Vlamingen naar de Academie. Is dat dan de oplossing? Neen. Daarvoor hebben we net te weinig leerkrachten en net te weinig infrastructuur. Maar op dit moment hebben we een goede tussenoplossing: Kunstkuur.

Kunstkuur is een project waarbij Academie en dagschool (basis, middelbaar of hoger) gedurende drie jaar samen werken. Leerkrachten uit ontvangende dagschool en de collega uit de kunstacademie staan samen in de klas, werken samen met de leerlingen en leren van elkaar. De doelstellingen van dit project zijn dat de leerkrachten elkaar versterken, dat het cultureel bewustzijn en de culturele expressie van de leerlingen toeneemt, en dat meer leerlingen de weg vinden naar de academie.

Zoveel mogelijk leerlingen in de academie is dat het doel?

Neen, voor mij niet. Voor mij is het een middel! Eerder in dit verhaal had ik het over mijn centrale vraag, wat is de rol van kunst in het (kunst)onderwijs. Ik sprak over de gigantische uitdagingen waar onze jongeren voor staan. En over de twee kernbegrippen creativiteit en kritisch denken. Daarmee kunnen we onze jongeren – ieder op hun eigen niveau – wapenen, om hun plek te vinden in de wereld.

En … onze democratie zal er ook niet slechter van worden.

En wat is de rol van kunst, wanneer jij op het podium stapt?

Als jonge twintiger was ik iemand die de muziek speelde, die niemand anders speelde. Die de klanken uit zijn gitaar haalde, die niemand anders uit zijn gitaar haalde. Vandaag ben ik daar veel relaxter in. Wanneer ik mijn gitaar, mijn basgitaar of mijn bastuba vastpak op het podium, wil ik – samen met met mijn medespelers – de mensen plezieren, ontroeren, ze hun zorgen doen vergeten en ze verbinden.

Dat laatste schrijf ik niet zomaar.
Kunst kan mensen verbinden.
Mensen samen brengen,
mensen helpen om elkaar te begrijpen,
mensen helpen om samen te leven.

Want dat is uiteindelijk hetgeen dat we ook na 9 juni mogen en moeten doen.

Jan op basgitaar



Wil je op de hoogte blijven van mijn plannen voor morgen of overmorgen? Of misschien zelfs die van vandaag? Schrijf je in op mijn Nasbrief.