T. – Conner Rousseau

T. van Vooruitvoorzitter Conner Rousseau is een boek dat ik slechts bij de 2e poging uitlas. Zowel de eerste als de tweede keer worstelde ik met de intro. En vooral met een aantal vragen die de intro bij mij opriep.Is hier nu een gladde faker aan het woord, of is dit gemeend?‘ ‘Is dit taalgebruik bedoeld om mij wakker te schudden, of is het een natuurlijk taalgebruik?‘ ‘Is de take-it-or-leave-it mentaliteit oprecht, of is het bedoeld om je het boek binnen te trekken?

De tweede keer heb ik mij door de intro heen geworsteld, en gelukkig. Vanaf blz. 12 beantwoordt Rousseau al die vragen. Recht voor de raap, recht door zee, maar vooral gemeend en oprecht bewogen. Dat laatste blijkt uit zijn getuigenissen over alles wat hij gedurende jaren meemaakte in De Barkentijn.

What the fuck is een Barkentijn? (*)

(*) Niet mijn woorden, maar die van Conner. De Barkentijn is een prachtig gebouw op de zeedijk van Nieuwpoort-Bad dat kort na de oorlog zijn huidige functie kreeg: een vakantiehuis voor sociaal toerisme. De ouders van Conner Rousseau leerden elkaar hier kennen, zijn vader was er decennialang directeur, en de jonge Conner zelf bracht iedere zomer 2 maanden in De Barkentijn door. Als kind, als leider, en nog later als hoofdleider. Hij was dus achtereenvolgens vriend, leider en hoofdleider van verschillende generaties jongeren, velen met een meer dan behoorlijke rugzak.

Een van die jongeren was T. waarvan je het leven geleidelijk aan leert kennen in de loop van het boek.

Is dit dan wel een politiek boek?

Jazeker. Conner Rousseau is nog jong, maar hij is niet van gisteren. Dit boek is uiteindelijk een opsomming van die punten in de politiek die er voor hem toe doen (kinderarmoede, gratis kinderopvang, kosteloos onderwijs, gezonde voeding voor elk kind, recht (of niet) op het krijgen van kinderen, talenkennis, inclusie, geestelijke gezondheidszorg). Hij doet ook direct voorstellen om die problemen op te lossen, helder en to-the-point. Op momenten dat het boek niet duidelijk genoeg is (en dat is dat zelden het geval), stoot je nog regelmatig op QR-codes die je naar de website van de politicus Rousseau leiden.

Een derde (en beknoptere) verhaallijn in het boek vertelt je de evolutie van Conner Rousseau, van een snotneus in korte broek, via de kabinetten van minister Freya Vandenbossche en voorganger John Crombez tot voorzitter van een nationale politieke beweging.

Q&A

Het boek eindigt met een vragenronde. Tijdens het schrijven van T. lanceerde Rousseau op instagram een oproep om vragen te formuleren. De beste, of geestigste vragen bereikten dit laatste hoofdstuk.

Zeer verhelderend voor dit boek is vraag 3:
V: Hoe rijm je marketing met ideologie?
A: Als je de beste ideologie niet verkocht krijgt, welke impact heb je er dan mee?

Dit boek is een sterk staaltje marketing, maar goed en oprecht geschreven, en volgens vele van mijn kameraden voorzien van de beste ideologie.

Maar het boek heeft voor mij nog een grotere kracht. Door het taalgebruik, door de levenservaringen en door de zeer toegankelijke benadering van politieke problemen, kan dit boek mensen, bereiken die op dit moment politiek ongeïnteresseerd, of politiek gedegouteerd zijn.

Wanneer enkelen door dit boek de weg terug naar de politiek vinden, is dit boek voor mij meer dan geslaagd.



Wil je op de hoogte blijven van mijn plannen voor morgen of overmorgen? Of misschien zelfs die van vandaag? Schrijf je in op mijn Nasbrief.