sociale woningen

over sociale woningen en ballonnetjes

Verleden week blies de wind twee ballonnetjes in onze richting, één van Matthias Diependaele (N-VA), Vlaams minister van Wonen, en één van Bart Somers (Open VLD) Vlaams minister van gelijke kansen.

Matthias Diependaele stelt voor om een gedeelte van het budget – voorzien voor sociale woningbouw (440 miljoen) – dat in 2021 niet gebruikt werd, door te sluizen naar de privésector. Bart Somers wil het verblijf in een sociale woning tot maximaal 9 jaar beperken.

Omdat ik beide ministers verstandige mensen vind, nam ik een week de tijd om dit te laten bezinken.

En de conclusie na een week is, dat ook verstandige politici werken binnen een ideologisch kader. En als dit ideologisch kader verschilt van het mijne, dan kan het gebeuren dat verstandige politici voorstellen doen, waar ik maagkrampen van krijg.

Het voorstel van Mathias Diependaele verrast mij niet echt. De N-VA evolueerde de laatste jaren van ‘wat wij zelf doen, doen wij beter‘ naar ‘wat wij zelf doen, doen wij beter … maar de privé doet het nóg beter‘. Heel veel woorden wil ik hier niet aan vuil maken. Het idee van Thatcher, Reagen en Diependaele dat de privé werkelijk alles beter aanpakt, is ondertussen voldoende ontkracht.

  • De klimaatcrisis zal aangepakt worden door een sterke overheid, of zal niet aangepakt worden.
  • De vluchtelingencrisis zal aangepakt worden door een sterke overheid, of zal niet aangepakt worden.
  • Armoedebestrijding zal aangepakt worden door een sterke overheid, of zal niet aangepakt worden.

Die 440 miljoen zijn op dit moment nog niet geïnvesteerd omwille van een hervorming van de sociale woningbouwmaatschappijen en de sociale verhuurkantoren. Wat mij betreft is het de taak van de overheid om deze hervorming zo snel mogelijk af te ronden en om zelf te bouwen.

Het voorstel van Bart Somers verraste mij meer. Ik heb enorm respect voor wat Somers en zijn ploeg presteerden in Mechelen, en met veel van zijn voorstellen kan ik leven. Maar met dit voorstel komt het subtiele verschil tussen liberalisme en links-liberalisme om de hoek kijken. Het eerste spreekt van kansen, het tweede van mogelijkheden. Het liberalisme wil alle mensen de kans geven om met gelijke wapens aan de start te komen. Het links-liberalisme pleit voor een actieve overheid die de omstandigheden creëert, waardoor mensen niet alleen met gelijke kansen, maar ook met gelijke mogelijkheden aan de start komen.

En laten nu deze sociale woningen daarvoor een goed voorbeeld zijn.

Verleden week las ik De Kansendans van Lieven De Pril en Caro Bridts. De getuigenis van Caro, die armoede-ervaring opdeed van in de wieg spreekt boekdelen. Met vuur vertelt zij over haar leven, haar gevecht tegen armoede, de adrenaline om die dagelijkse strijd voor haar en haar zoon tot een goed einde te brengen. En die cirkel doorbreek je niet door enkel maar begeleiding en opleiding. Het doorbreken van die cirkel begint vanuit de mensen zelf.

Maar hoe doorbreek je dat?

Door ergens te beginnen.

Bijvoorbeeld bij kinderen met armoede-ervaring. In Vlaanderen wordt 1 kind op 7 geboren in een kansarm gezin, een hallucinant cijfer.

Indien je als uitgangspunt neemt dat je een 18-jarige met armoede-ervaring en een 18-jarige zonder armoede-ervaring met gelijke mogelijkheden naar de arbeidsmarkt wilt sturen, moet er ook voordien al iets gebeuren. Je moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat beiden op hun 12e dezelfde mogelijkheden krijgen om huiswerk te maken. Wat heeft onze 12-jarige daarvoor nodig? Een volle maag, en een stoel en tafel in een ruimte waar het niet te koud is. Wanneer hij dan ‘s anderendaags naar school vertrekt is een dikke trui ook mooi meegenomen. Zeker nu alle ramen open staan vanwege corona.

En daar komt de sociale woningbouw op de proppen. Ongeveer ieder rapport over armoede begint ermee, omdat het fundamenteel is.

Een gezin in een sociale woning (tegen een lagere huurprijs) houdt meer budget over om kleren en eten te kopen. Wanneer die woning dan nog eens goed geïsoleerd is, met liefst een paar zonnepanelen erop, zal ook het energiebudget omlaag gaan (of – zoals vandaag – minder stijgen). Een tweede besparing op het maandbudget. En dat maakt dat deze gezinnen hun budget op een andere manier kunnen aanwenden. Zonder dat daar begeleiding of opleiding aan te pas komt.

Sociale woningen zullen niet alles oplossen, maar ze zijn meer dan een degelijk begin om mensen die in armoede leven zelf met hun problemen aan de slag te laten gaan. En in mijn ogen is het de plicht van de overheid om die sociale woningen te bouwen. In Lede zijn we nu bezig met een inhaalbeweging. Ik hoop van harte dat wij snel het richtcijfer van de Vlaamse overheid bereiken. Al mag dat van mij – net als bij de slager – gerust een beetje meer zijn.

Er staan op dit moment ten slotte nog 170.000 gezinnen op de wachtlijst.



Wil je op de hoogte blijven van mijn plannen voor morgen of overmorgen? Of misschien zelfs die van vandaag? Schrijf je in op mijn Nasbrief.