04 jun Ja, ik was in Plopsaland!
Ja, ik was in Plopsaland, samen met duizenden andere Vooruitleden en hun familie. Als links-liberaal ben ik sinds kort in het bezit van een partijkaart (excuseer: bewegingskaart) van Vooruit en daar zijn verschillende goede redenen voor:
- progressieve frontvorming,
- positivisme
- en aandacht voor onze jeugd,
om maar die te noemen.
Aan politiek doen is samen werken. Samenwerken met collega-politici binnen de beweging en over partijgrenzen heen. Ik ben een believer als het over progressieve frontvorming gaat. Samen met alle sociaal geëngageerde, linkse bewegingen de krachten bundelen om een progressief en positief verhaal uit te voeren. De aanschaf van een Vooruitkaart is voor mij een stap in de richting van die progressieve frontvorming. En ik heb het mij ook vandaag niet beklaagd. Het was een inhoudelijk zeer sterk congres met boeiende sprekers over essentiele thema’s.
Thema 1 vandaag ging over jeugd. En dat is geen toeval. Conner Rousseau stapte in de politiek om zich in te zetten voor de jeugd. Ik stapte in de poltiek om mij te engageren voor de volwassenen van morgen en overmorgen. Het verschil zit hem soms in de woordkeuze. Maar ons beider vraag is dezelfde. Hoe organiseren wij onze maatschappij zodat alle jongeren dezelfde mogelijkheden krijgen, ongeacht huidskleur, herkomst, geslacht, geaardheid of de portefeuille van hun ouders. Hoe ondersteunen wij kinderen om zich te ontwikkelen tot zelfstandige jongeren die de armen uit de mouwen steken voor een opleiding – of later – voor een job van hun keuze.
Een belangrijke vraag daarbij is: hoe krijgen we alle kinderen veilig op school? Kinderen en ouders hebben het recht zich veilig te voelen wanneer ze te voet, met de fiets, met de bus of met de auto van huis naar school gaan. Daarom willen wij bij De Coöperatie verder blijven investeren in kwaliteitsvolle fiets- en voetpaden en wegen, en willen we de naleving van de verkeersregels (door alle weggebruikers) verbeteren.
Een veelgehoorde zin vandaag: “Wij willen niemand loslaten”. Noch de kinderen, noch hun familieleden. Dat kan lokaal op 2 manieren. Daisy, Erik en Paul leveren fantastisch werk binnen het politieke comité dat het OCMW ondersteunt. Het OCMW is het allerlaatste vangnet voor mensen in nood. Een vangnet dat eigenlijk overbodig zou moeten zijn in een Westerse democratie, maar het tot op vandaag nog altijd niet is.
Daarnaast kan een sterk lokaal bestuur ook de vele vrijwilligersorganisaties (onder)steunen die mee strijden tegen armoede, eenzaamheid en sociaal isolement.
Verder was het congres ook een boeiend experiment in inspraak en participatie. De manier waarop leden amendementen konden indienen en verdedigen, en de manier waarop de aanwezigen vandaag of op voorhand over amendementen konden stemmen, waren voor mij een bron van inspiratie om de werking van De Coöperatie verder te verfijnen.
Tot slot: ik hoorde vandaag geen aanvallen op politici van andere partijen, geen negatieve klanken en geen politieke spelletjes.
Op deze manier, en met deze partner op de linkerflank, kijk ik de toekomst met veel vertrouwen tegemoet.