Hoe sta jij tegenover een hoofddoek in de klas?

Een goede vraag bij het begin van het nieuwe schooljaar, al heb ik in mijn klas nog nooit iemand met een hoofddoek (*) gehad, en ik zie ook in de andere scholen in Lede niet direct veel hoofddoeken.

Laat mij – voordat ik naar de vraag zelf ga – beginnen met een voorafgaande bedenking. Hoe reageert een 16-jarige wanneer je iets verbiedt? En dan maak ik geen onderscheid tussen 16-jarigen. Het maakt niet uit of ze jongen zijn of meisje, blank of zwart, homo of hetero, rijk of arm. Hoe reageert een 16-jarige wanneer je iets verbiedt?
Die zoekt een creatieve, al dan niet verdoken oplossing, om toch zijn zin te krijgen.

En dan nu de kern. Wanneer ik over een probleem nadenk, laat ik daar eerst de 1e stelling van Mitterand op los. Die stelling luidt: “et alors?”. Indien het antwoord op de stelling van Mitterand “alors niks” is, dan hebben we wat mij betreft te maken met een opgeklopt nepprobleem, en niet met een echt probleem. Dit geheel vormt het eerste axioma van Nas 🙂

Wat als een leerling een hoofddoek draagt in de klas?

Et alors?
Stel dat ik als 16-jarige puistige puber naast een meisje met een hoofddoek in de klas zit, heb ik dan een probleem? Neen, ik kan nog even goed afkijken en ik kan nog altijd een potlood lenen, wanneer mijn punt is afgebroken. Ik kan nog altijd hulp vragen bij een vergelijking voor wiskunde en mijn buurmeisje kan nog altijd naast een jongen zitten en meedoen met de turnles.

Als leerkracht wil ik de ogen en het gezicht van mijn leerlingen kunnen zien, om te kijken hoe ze reageren op mijn uitleg. Of ze het snappen. Daarom wil ik geen hoodie, geen pet (**), en geen hoofddoek met zwaar overhangende rand in mijn klas. Met een hijab heb ik geen probleem.

Natuurlijk zijn er vakken waar een hoofddoek niet kan om veiligheidsredenen. Ok. Daar draagt iedereen aangepaste, veilige kledij. Ook diegenen die anders een hoofddoek dragen.

Wat als een leerkracht een hoofddoek draagt in de klas?

Et alors?
Stel dat ik als 16-jarige puistige puber wiskunde krijg van een lerares met een hoofddoek? Zal ik dan een slechtere uitleg krijgen? Of erger nog, zal die leerkracht mij indoctrineren met extremistische gedachtes?

Onze lerares staat in de klas omdat ze een opleiding heeft gehad, en een sollicitatieprocedure heeft doorlopen. De mensen die moesten oordelen, trokken de conclusie dat zij bekwaam is om haar vak te geven. Wat mij betreft mogen we ervan uitgaan dat onze lerares bekwaam is om haar vak te geven, en dat wiskunde de hoofdmoot van haar les is.

Op het gebied van veiligheid gelden dezelfde regels als voor leerlingen. E zijn vakken waar een hoofddoek niet kan om veiligheidsredenen. Daar draagt iedereen aangepaste, veilige kledij. Ook diegenen die anders een hoofddoek dragen.

Mag een huisarts een hoofddoek dragen?

Een huisarts oefent een privéberoep uit, en heeft een aantal regels te volgen. En ik ben vrij om mijn huisarts te kiezen. De vertrouwensrelatie die ik opbouw met mijn huisarts, hangt af van haar luisterkwaliteiten, haar empathie en haar vakkennis. Of ik al dan niet een nieuw doosje viagra durf te vragen, hangt niet af van de kledij die zij draagt.

Mag een vrouw een boerkini dragen in het zwembad? (artikel Unia)

Et alors?
Ondervind ik nadeel bij het zwemmen, wanneer er ook vrouwen met boerkini’s in het zwembad zijn? Heb ik minder plaats wanneer ik baantjes trek? Moet ik langer wachten bij de douches? Heb ik een kleinere kleedkamer? Volgens mij niet.

De bedenking die ik het vaakst hoor, gaat over hygiëne. Dat begrijp ik niet goed. Als een vrouw ‘s ochtends een boerkini uit de kast trekt en naar het zwembad gaat, waar zit dan precies het hygiënisch probleem?
Wanneer we het over zee en strand hebben, heb ik nog meer moeite om een hygiënisch probleem te zien.

Eerste conclusie

Tot hier toe loopt mijn redenering parallel met die van Herman Lauwers in het boek ‘God en Allah in het land der atheïsten’. Een pluralistische democratie laat ruimte voor eigenheid. Het kan niet de bedoeling zijn dat het atheïsme de facto de nieuwe staatsgodsdienst wordt.

Toch verschil ik op een belangrijk punt met Herman Lauwers, en leun ik dichter aan tegen Philippe Van Parijs (***)
Lauwers bouwt 1 ‘máár’ in: vertegenwoordigers van de overheid moeten neutraal zijn. Hij haalt het voorbeeld aan van een Palestijnse vluchteling die aan het loket van de dienst vreemdelingenzaken tegenover een medewerker met een keppeltje komt te staan. Van Parijs vraagt zich af waarom. Is er enig bewijs dat iemand met een keppeltje, kruis, hoofddoek, … zijn werk minder goed en neutraal doet, dan iemand met een ‘neutrale’ outfit? Ik sluit me bij die redenering aan.

Mag een politieagent een hoofddoek dragen?

Stel: ik rijd ‘s avonds naar huis en ik wordt tegengehouden voor en alcoholcontrole. Deze test wordt afgenomen door een agent met een hoofddoek, geïntegreerd in het uniform. Is er dan een probleem? Ik zie geen enkele basis om te veronderstellen dat deze agent haar werk minder goed zou doen dan een ‘neutraal’ geklede agent. In verschillende Angelsaksische landen is dit al de normaalste zaak van de wereld.

Slotbedenkingen

Een veel gehoord argument om hoofddoeken te verbieden heeft te maken met sociale druk. De meisjes moeten een hoofddoek dragen van hun grote broer. Door hoofddoeken te verbieden, beschermen we deze meisjes tegen die sociale druk.

Een veel gehoord argument pro hoofddoek is dat sommige jonge zelfbewuste meisjes precies weten wat ze willen, en doelbewust een hoofddoek aandoen. Door de hoofddoek te verbieden, ontnemen we hen de kans om zichzelf te ontplooien.

Ik denk vooral dat we 16-jarige meisjes niet mogen onderschatten. Mits goed onderwijs en een goede omkadering, zijn onze 16-jarige meisjes mans genoeg om zelf te beslissen of ze een hoofddoek dragen of niet. Daar hebben ze onze hulp niet voor nodig.

Laten wij gewoon investeren in goed onderwijs en een goede omkadering … en in het onderscheiden van echte en opgeklopte problemen.

 

(*) Wanneer ik over een hoofddoek spreek, bedoel ik een hijab. Niqab en boerka horen voor mij niet in het Westers straat- of klasbeeld thuis, maar dat zal ik in een volgende tekst behandelen.
(**) Op de vraag van mijn vader of een pet wel kan, wanneer die achterstevoren staat, moet ik volgens deze redenering helaas ja zeggen 🙂
(***) Van Mill tot Haouach: één strijd? Artikel voor abonnees in De Standaard van 16 juli 2021.

Bron foto: pixabay.



Wil je op de hoogte blijven van mijn plannen voor morgen of overmorgen? Of misschien zelfs die van vandaag? Schrijf je in op mijn Nasbrief.