vuurwerk

De vuurwerkmeester – Chris de Stoop

De Vuurwerkmeester van Chris de Stoop is een fijne roman. Het beschrijft de geschiedenis van de familie Vidal, 6 generaties vuurwerkmakers uit Antwerpen, maar het is ook een roman over concurrentie, over kleuren en (net als ‘Zen in de kunst van het motoronderhoud‘) over kwaliteit.

Chris de Stoop leerde ik begin jaren ’90 kennen als journalist bij Knack, maar vooral als de auteur van ‘Ze Zijn zo lief meneer, een boek over internationale vrouwenhandel dat zoveel ophef maakte, dat een parlementaire onderzoekscommissie werd opgericht en wetgeving werd aangepast. Bovendien sprak hij over dit onderwerp tijdens de uitvaartplechtigheid van koning Boudewijn.

Sindsdien is hij blijven schrijven – zowel fictie als non-fictie – maar altijd met een bewogen sociale component. Hij schreef over het leven van illegalen in België, het drugsmilieu, het verdwijnen van polderdorpen door de uitbreiding van de Antwerpse haven en de genocide in Rwanda. Zijn laatste boek, het Hemelrijk, vertelt het aangrijpende verhaal van een zorgcentrum in de Kempen, dat na een sinterklaasbezoek catastrofaal door coronabesmettingen wordt getroffen.

De vuurwerkmeester uit 2005 is wellicht zijn meest fictieve roman. Al toont de literatuurlijst achterin het boek dat ook hier zeer veel onderzoek aan vooraf ging. Dit onderzoek mondde onder meer uit in een zeer boeiende structuur waarin de auteur de opbouw van een klassiek vuurwerkspektakel volgt, inclusief intermezzi en ronkende titels. In de intermezzi geeft de Stoop ons een inkijk in de persoonlijke levensgeschiedenis van Barbara Vidal, de dochter van Arthur Vidal, als baby getroffen door een vuursterretje dat neerdwarrelde in haar oog tijdens het vuurwerk dat expo ’58 afsloot, over de onmogelijkheid om in die periode als vrouw een familiebedrijf over te nemen, haar verzet hiertegen en tot slot de apotheose die – zonder de plot te willen verklappen – toch doet denken aan een in 2005 recente gebeurtenis in het Nederlandse Enschede.

In de verschillende tableaux schildert de Stoop het grotere plaatje: de geschiedenis van de familie (en het bedrijf) Vidal, de geschiedenis van het vuurwerk in Europa, en de evolutie waarbij Chinese bedrijven de markt overnemen met spotgoedkope ‘cakeboxen’ die de Europese bedrijven wegconcurreren, maar die tegelijkertijd de ‘kunst’, het ‘artistieke’ uit het vuurwerk wegnemen.

De reis die Barbara tot 2x toe onderneemt naar de Chinese vuurwerkstad Liuyang stelt de auteur in staat om al zijn kwaliteiten als onderzoeksjournalist uit te spelen. De beschrijving van de kinderuitbuiting en de milieugevolgen zouden in feite ruimschoots moeten volstaan om nooit nog maar een chinees rotje af te steken.

Maar het boek is en blijft een roman. En voor een roman geldt dat het een sterk verhaal brengt, goed gestructureerd en mooi vertelt.

En daarin is Chris de Stoop met De vuurwerkmeester geslaagd.



Wil je op de hoogte blijven van mijn plannen voor morgen of overmorgen? Of misschien zelfs die van vandaag? Schrijf je in op mijn Nasbrief.