uitgeverij Promoetheus

De trip naar het morgenland – André Klukhuhn

De trip naar het morgenland van André Klukhuhn is een boek dat eerder toevallig in mijn handen viel. Nadat Adelheid en ik de stapel met boeken die we nog willen lezen verschillende keren verplaatsten, lag deze van boven op het moment dat ik na Catch 22 iets lichtvoetigers wilde lezen. Ik kende noch boek, noch schrijver, maar als nieuwsgierig lezer wil ik altijd ontdekken.

André Klukhuhn is in eerste instantie een exacte wetenschapper die promoveerde op ‘infrarood-spectrofotometrisch onderzoek aan ferro-elektrische kristallen’, maar hij bleef zijn verdere carrière als prof en als schrijver vooral gefascineerd door de object-subjectscheiding, de vaststelling dat er niet één absolute waarheid is, maar al zeker minstens twee verschillende. ‘In het eerste geval kijken we van buitenaf naar de werkelijkheid en ontdekken er met onze rationele geest logische structuren en wetenschapelijke wetmatigheden in, en in het tweede geval beleven en ondergaan we de werkelijkheid intuïtief van binnenuit en drukken in onze kunstwerken uit “hoe het voelt om te zijn“‘ (blz. 230).

Hij verbindt dit verhaal met linker en rechter hersenhelft en verklaart daarmee waarom hij na een zuiver wetenschappelijke publicatie, geproduceerd door de linkerhersenhelft, en een lijvig filosofisch werk – De algehele geschiedenis van het denken – geproduceerd door een samenwerking van beiden hersenhelften, de tijd rijp achtte, voor een door de rechter hersenhelft geproduceerde roman.

En zo belanden we bij deze Trip naar het morgenland, een knipoog naar de bijna gelijknamige roman van Herman Hesse.

Het boek is voor een roman behoorlijk autobiografisch. Het vertelt het verhaal van een hippiecommune van 6 vrouwen, 5 mannen en een kind die samen wonen in Amsterdam-Noord, over hun idealen, maar ook over het doodgewone leven, waarbij drank en rookbare grassoorten zeker een rol spelen, maar waarbij geld gewoon wordt verdiend door werkende communeleden en de kook en de kuis gebeuren op basis van een doodgewone beurtrol, waarbij iedere taak naadloos wordt overgenomen wanneer iemand voor kortere of langere tijd verdwijnt. De hippie idealen zitten in dit boek geweven en zijn verrassend eenvoudig samen te vatten: toe komen met minder geld en een beetje vriendelijk zijn voor elkaar. Idealen waar we vandaag nog steeds iets van kunnen leren, maar die toen op de achtergrond geraakten door de bijbehorende haartooi en kledij.

Toekomen met minder geld dus. Op een gegeven moment heeft de commune door omstandigheden geld de veel en dat moet dringend op. Dus kopen zij een Urker botter (een enigszins gedateerde zeilboot) en besteden de daaropvolgende maanden en bladzijdes aan de voorbereiding op, en de uitvoering van de trip naar het Morgenland. Onbekend en nog te ontdekken, maar ergens aan de middellandse zee. Onderweg voorziet de groep in eigen onderhoud door geregelde optredens van de ‘Uk en ukkie’s brothers & sisters bluesband’, een groep waarvan de naam langer is dan de setlist, wat voor de toevallige toehoorders maar beter is ook.

En tijdens deze reis treedt de kentering in. Geleidelijk stroomt er meer geld binnen, valt de groep uit elkaar, of ‘was er een vrouw die een van ons meenam’.

Het einde zal ik onbeschreven laten, maar de Klukhuhn’s linkerhelft doet op ongeplande wijze haar intrede door op de analytisch wijze van een professor het boek en het reisverhaal af te sluiten.

De trip naar het Morgenland is een eerlijk boek, soms enorm grappig en het schetst de hippieperiode op een mooi, relativerende en geloofwaardige manier. De conclusie mag duidelijk zijn. Ik koos voor dit boek met mijn rechter hersenhelft en ik schreef dit verslag met de linker. Het lezen was een mooi samenspel van beide hersenhelften.

Een samenspel dat ik jou van harte aanraad.



Wil je op de hoogte blijven van mijn plannen voor morgen of overmorgen? Of misschien zelfs die van vandaag? Schrijf je in op mijn Nasbrief.