01 nov To school or not to school? Een goede vraag.
De herfstvakantie is begonnen. Lockdown 2.0 ook. Hoe hebben mijn leerlingen, mijn kinderen en andere jongeren de afgelopen maanden ervaren, en hoe zien zij de weken die komen?
Mijn leerlingen en hun academie
In augustus hebben wij volwassenen oeverloos gedebatteerd over onze jongeren. Hoe zouden wij de terugkeer naar school het beste aanpakken, hoe moesten onze jongeren omgaan met de coronamaatregelen, hoe konden wij ze bijstaan, … De reactie van mijn leerlingen op de genomen maatregelen was ontstellend simpel. Ze haalden hun schouders op, deden hun mondmasker aan, staken hun handen onder de gelpomp en begonnen gitaar te spelen. Ik heb geen klachten gehoord, geen gejammer, geen gemaar, niks. Hun houding deed mij denken aan een spreuk die ik van Willem Vermandere leerde: ‘zwieht en doe vooêrt’, of, om het dichter bij huis te zoeken: ‘nie neute, nie pleuje’.
Eigenlijk heb ik van mijn leerlingen de afgelopen maanden 2 zaken geleerd:
1) de no-nonsense-aanpak. Maak geen problemen waar er geen zijn en deal gewoon met de problemen die er wel zijn.
2) Misschien moeten we volgende keer gewoon eens overleggen met de jongeren zelf, voordat we beslissingen over of voor hen nemen.
Mijn Dochters en hun opleiding
Noor is 20 en zit in het eerste jaar hogeschool in een opleiding theaterregie. Veere is 18 en zit in het 7e middelbaar in een vooropleiding musical. Ze kozen beiden voor een weg die niet vanzelfsprekend is, maar waar ze perfect gelukkig mee zijn. De afgelopen maanden is hun opleiding al bij al redelijk goed verlopen, maar wij maken ons alle 3 zorgen over de komende weken. De maatregelen in het middelbaar en hoger onderwijs zijn volgens ons veel te veel genomen vanuit het oogpunt van het Algemeen Secundair Onderwijs en de universiteiten. Ik mis een visie op beroepsonderwijs, op technisch onderwijs, op kunstonderwijs, op OKAN, op volwassenenonderwijs, … . Kortom: op alle vormen van onderwijs met een grote praktische component.
Veeres opleiding bestaat voor het leeuwendeel uit dansen, zingen en acteren, en dat is op dat niveau onhaalbaar online. Hetzelfde geldt voor koks, slagers en automonteurs. Ik hoop van harte dat de extra week vakantie inspiratie genoeg oplevert. Ik hoop van harte dat er deftige oplossingen komen voor alle jongeren in dergelijke opleidingen, zodat zij ook deze lockdown 2.0 kunnen overbruggen.
Andere jongeren en hun school
Afgelopen donderdag kwam mijn vrouw thuis van school, en ze had een van haar leerlingen mee. In de loop van de middag was een problematische thuissituatie aan het licht gekomen. De school heeft zeer alert gereageerd, alle raderen zijn gaan draaien en de verschillende instanties zijn in actie geschoten. Maar ‘s avonds was er nergens een bed voor die leerling. Hij heeft dus, met goedkeuring van school en instanties, bij ons gegeten en geslapen. De spreuk ‘Draag zorg voor jezelf, en draag zorg voor elkaar’ kreeg opeens een totaal nieuwe betekenis. ‘s Anderendaags ging hij mee terug en school en jeugdzorg hebben zich over hem ontfermt. Hij heeft nu vakantie.
1 week vakantie is een probleem …
2 weken vakantie is een groot probleem …
maar als zijn klas overgaat op onlinelessen, dan zit hij met een gigantisch probleem.
En wees gerust. Hij is lang niet alleen.
Ik maak mij zorgen, grote zorgen.
Niet over die jongeren die mee kunnen op school, die een min of meer rustige thuis hebben waar ruimte, geld en eten genoeg is. Zij lopen misschien tijdelijk wat achterstand op in het klassieke curriculum, maar dat halen ze later wel in. Ondertussen doen ze nu allerlei andere nuttige ervaringen op.
Ik maak mij zorgen over al die jongeren die op de een of andere manier niet in het klassieke plaatje passen. Zij gaan nu een lockdown tegemoet van korte natte dagen en lange koude nachten.
Voor hen wordt ‘nie neute, nie pleuje’ een gigantische uitdaging. Nog groter dan onze uitdaging: ‘draag zorg voor jezelf en draag zorg voor elkaar’.