Ik ben woke, ik zeur, ik blijf bijleren én ik ben er trots op.

‘Woke is synoniem voor zeurpiet’ schrijft Anke Buckinx, vlak voordat ze overspoeld wordt door haatberichten over deze column. Ironisch, want daarmee wordt haar punt bevestigd.
Maar het feit dat er gezeurd wordt, betekent dat daar een reden voor is. Of dat de zeurpieten in kwestie niets beters te doen hebben. Ik vind dat 2e persoonlijk een heel gemakkelijke manier van wegmoffelen.
Maar ja; wie ben ik? Een 20 jarig, wit meisje dat nauwelijks begrijpt hoe de wereld in elkaar zit…

Woke (uitspraak: wook) is een actieterm uit het Amerikaans Engels, die verwijst naar een groter bewustzijn van de samenleving, en naar sociale en raciale gerechtigheid (bron: wikipedia).

Wat ik vaak merk als ik discussies heb, is dat de tegenpartij zich snel in de verdediging opstelt, zonder dat ik in de aanval ga. Ik hoef nog maar een opmerking te maken die lichtelijk woke-getint is en mijn spar-partners haar gaat rechtstaan.

In het begin vond ik dit heel vervelend, maar ik vroeg mij vooral af: waarom? Wij, mensen, vinden het heel vervelend als we op het matje geroepen worden voor iets dat we niet gedaan hebben. We kunnen daar zelfs heel boos om worden.
Ik denk dat mijn spar-partners er van overtuigd zijn dat zíj gelijk hebben. Die overtuigingen zijn restjes van een probleem dat al een heel lange tijd in onze maatschappij aangekoekt zit. En dan wil ik het tegendeel bewijzen. Logisch dat het verdedigingsmechanisme in werking gaat. Logisch, maar vooral ook heel jammer.

Waar ik zo vaak op stuit in discussies is: “Het was maar een grapje”, “je weet toch dat ik dat niet meen”, “iedereen zegt zoiets”, en meer van dat. En dat is een groot deel van het probleem. Er wordt heel snel in de defensie gegaan, in plaats van te luisteren naar iets wat mogelijks een heel goed argument zou kunnen zijn.

“Waar maak je je druk over” is ook een mooie. Alsof ik dankbaar zou moeten zijn, en de emancipatiestrijd 100 % voltooid is. Maar als “het is de tijd van de maand zeker?” nog steeds in mijn richting worden gekatapulteerd, is dat alleen een bevestiging dat we er nog niet zijn.
Meestal volgt op mijn argument (dat ik niet vaak volledig kan stellen) een dooddoener als “zeurpiet”, een “ge zijt altijd zo lichtgeraakt” of een “gij met uw lange tenen altijd”, en daarmee is de intellectuele conversatie gedaan. Of omdat ik bang ben dat ik ga roepen, en daarmee hun mening bevestig, of omdat een van de twee wegloopt.

De gemakkelijke optie optie zou zijn om enkel nog te praten met mensen die exact hetzelfde denken als ik. En die conversaties zijn er, die zijn zelfs een bevestiging van het feit dat mijn mening wel degelijk geldig is, maar die conversaties zullen niets veranderen, aangezien we toch al eensgezind zijn. Het zijn de lastige, de awkward, de vervelende gesprekken die moeten plaatsvinden. Ik ben er zeker van dat ik jou op 5 minuten tijd geen compleet nieuwe mindset kan aanpraten, maar ik kan wel een zaadje planten. Of zelfs maar wat aarde omschoffelen, zodat de volgende persoon waar jij mee praat het zaadje kan planten. En zo, langzamerhand, zou er weleens iets heel moois kunnen bloeien.

Het is niet omdat ik Woke ben dat ik jou kan opleggen, hoe je moet denken. Maar in deze prachtige samenleving die preekt voor democratie en vrijheid van meningsuiting, vind ik dat ik zo luid mag roepen als ik wil — neen — als ik nodig vind — neen — als nodig is. En als ik met dat luid roepen wat aarde omschoffel, dan bereik ik veel meer dan wanneer ik jou mond afplak, je mening afpak en je vertel hoe je moet praten. Ik kan geen verandering afdwingen, maar ik ga niet stoppen met hopen en ernaar streven. Door aarde om te schoffelen hoop ik dat JIJ verandering wilt, voelt, verwacht.

Door elkaar te berispen komen we er niet, dat klopt.

Keer op keer elkaars fouten aankaarten is geen manier van discussie voeren. Het is datgene dat er voor zorgt, dat 2 niet-eensgezinden steeds verder uit elkaar gedreven worden, steeds meer geduld verliezen, en steeds minder bereid zijn om naar elkaar te luisteren. Ik heb het hier expres niet over andersgezinden. Door elkaar constant te berispen maken we elkaar steeds bozer, en staan we steeds verder af van een gesprek waarin we naar elkaar luisteren, waar we elkaar begrijpen.

Maar; on the other hand; soms laait de frustratie te hoog op. Ik heb ook al gemerkt dat ik soms “lange tenen” heb, of “licht ontvlambaar” ben, als iemand een opmerking maakt, die ik niet vind kloppen. Waarna ik me direct verontschuldig, want sorry dat ik voor mijn mening opkwam. Hierna zegt de andere dat het ok is, en beiden zijn we opgelucht dat er geen tanden zijn uitgevallen. Maar we gaan verder met onze dag zonder te bespreken wat er moet besproken worden: namelijk het feit dat ik mij niet comfortabel voel bij een uitspraak die gedaan werd; hoogstwaarschijnlijk zonder erbij na te denken. Omdat de gedachte achter de uitspraak veel dieper geworteld zit dan eigen meningsuiting. We zijn allemaal zo overtuigd van ons gelijk, dat we elkaar niet de kans geven, om onze gedachten uit te leggen.

Ik, als 20 jarig, wit meisje dat nauwelijks begrijp hoe de wereld in elkaar zit, ben zo nu en dan nog steeds bang om mijn mening te uiten. Ik durf me niet bij de grote jongens te mengen, want zij weten er meer van. Nog zo een aangekoekt restje dat ik zo snel mogelijk moet wegkrijgen. Maar hoe meer ik erover lees, hoe meer ik erover leer, hoe meer ik merk hoe belangrijk het wel niet is. We leven in een tijdperk waar sociale media ons bereikbaarder dan ooit maken, en omgekeerd dus ook: er meer informatie bij ons komt dan ooit. Steeds meer mensen met een groot platform spreken zich uit; wat een prachtige leerschool is voor hun volgers. Zo zegt Jitske Van De Veire:

“Het is dankzij de ‘zeurende’ generatie dat we bewuster worden van de wereld rondom ons. Mensen die écht op barricades staan. Een wereld waar verdomme nog heel veel werk aan is. Waar gematigd omgaan met onderwerpen die geen matigheid verdragen, gevaarlijk is. Waar de uitspraak: ‘we mogen nooit meer met iets lachen’ alleen maar weer aantoont, hoe je uw eigen privileges niet kent.”

Elke dag lees ik over onrecht, racisme, transfobie, noem maar op. Ik weet niet alles, ik kan niet alles, maar ik kan zeker niet niets doen.
Elke dag leer ik bij van mensen als Jitske Van De Veire. Mensen die mij helpen mijn gedachten vorm te geven, die mij leren hoe ik mijn gedachten kan uiten, en wat ik, als 20 jarig, wit meisje dat nauwelijks begrijpt hoe deze wereld in elkaar zit, kan doen.
Zoals mijn wit privilege erkennen, en inzetten waar het gebruikt kan worden. Door luid te roepen, daar waar anderen niet kunnen of mogen spreken. Door daar waar anderen de mond worden gesnoerd wanneer ze voor hun rechten vechten, naast hen gaan staan en meevechten. Door voor hen te gaan staan en te kijken hoe politieagenten kunnen reageren.

Leren, en bijleren, dat klinkt bijna als huiswerk. Maar als het dat is dat nodig is, tja… dan is dat wat nodig is. De site https://www.withuiswerk.nl/ is nog zo een mooie hulp die mij bijleert, wat ik moet bijleren.
Met een “het is wat het is” gaan we geen wereld creëren, waar iedereen gelijk is, en die voor iedereen als thuis aanvoelt.

Laten we praten, Laten we naar elkaar luisteren, en als ik het gevoel heb dat je mij gehoord hebt, en als jij het gevoel hebt dat ik jou gehoord heb, wie weet wat er dan zou gebeuren? Misschien hoef ik wel wat minder te zeuren? Misschien voel jij je minder aangevallen?
Misschien kunnen we elkaar met respect behandelen, en samen van onze wereld een maken, waar iedereen gelijk is, en die voor iedereen als thuis aanvoelt.

Misschien kunnen we effectief iets veranderen.

Maar ja; wie ben ik? Een 20 jarig, wit meisje dat nauwelijks begrijpt hoe de wereld in elkaar zit…

Noor Nas



Wil je op de hoogte blijven van mijn plannen voor morgen of overmorgen? Of misschien zelfs die van vandaag? Schrijf je in op mijn Nasbrief.