06 jan Hoe het Kerstfeest nog juist werd gered – Saskia Ketelaar
Ik prijs mij gelukkig met een grote schare vrienden en kennissen met zeer diverse achtergronden. Soms levert dat verrassende pareltjes op. Vandaag vieren we het feest van de drie koningen. Een ideale dag om een Kerstverhaal te publiceren. Dit verhaal bijvoorbeeld. Van een van die vrienden.
Jan
Bijna was het Kerstfeest dit jaar in Lede niet doorgegaan. Nee, het had niets met Covid te maken. Het was een ander probleem en ik had het nog zelf veroorzaakt ook. Ik had natuurlijk mijn mond moeten houden maar het was er uit voordat ik er erg in had. De gevolgen waren niet te overzien. Maar laat ik beginnen bij het begin.
Die ochtend had ik aan Jonas, het lief van de dochter trots een deegventje laten zien. ’Kijk, een Zeeuws deegventje!. ‘Ah ja’ zei hij, ‘een broodje koloniale kruiden’. Had ik dat goed gehoord: ‘Koloniale kruiden’? Razendsnel gingen mijn hersenen te keer. Zou dat kunnen kloppen dat al die typisch gerechten en smaken zoals kaneel en anijs, dat die te maken hebben met kolonisatie? Nooit bij stil gestaan. ‘Een broodje koloniale kruiden’? Jonas had zich al verontschuldigd: ‘Nee, die kruiden of beter gezegd specerijen zijn niet verkeerd. Misschien waren het wel fair-trade kruiden’. Maar het onheil was geschied. Mijn brein sloeg op hol.
Die middag liep ik dus in de Carrefour en daar is het gebeurd. Aangekomen bij de kruiden mompelde ik: ‘Jullie horen hier niet. Jullie zijn allemaal import’. Hetzelfde gebeurde bij de chocolade. Ja, je kunt wel van Tony zijn zonder kinderslavernij maar helemaal zuiver ben je ook niet’. Vervolgens stond ik bij de koffie, de thee, de rijst. ‘Nee, jullie zijn ook niet van hier’. Zelfs de boontjes kwamen uit Ethiopië! Hoofdschuddend had ik de winkel verlaten met enkel wat aardappelen. Die avond zou het ‘stoem’ worden want de ‘stoemp’ is van ons.
Maar die avond kwam er beweging in de Carrefour. De chocoladerepen kwamen naar buiten; honderden repen in alle smaken en kleuren. Ze hadden het mij horen zeggen ‘Jullie horen hier niet’ en waren zwaar beledigd. Het was de laatste druppel die de emmer deed over lopen. Steeds meer hoorden ze dingen zeggen als ” “VREEMDELINGEN BUITEN” en natuurlijk ook nog “EIGEN VOLK EERST”. Ze hadden er genoeg van wilden er ernst mee maken. Ze wilden terug naar Ghana en West-Afrika waar ze vandaan kwamen.
Na de chocolade kwam de koffie, netjes alfabetisch op merknaam naar buiten gemarcheerd. Met of zonder cafeïne; ze wilden allemaal terug naar Uganda en Brazilië waar ze thuis hoorden. Ook ananassen, bananen, sinaasappelen, druiven, kiwi’s en dadels kwamen de straat op. Ze wilden naar Afrika, Spanje, Italië en Frankrijk. De wijnflessen uit Zuid-Afrika en Californië wilden naar huis. De kruiden wilden weer naar Indië en Suriname. De krenten wilden weg. Het vanille-ijs, de cola, de pindakaas, de olijfolie en de rijst!
En toen was de Carrefour zo goed als leeg. In elk geval waren de lekkerste dingen er vandoor. Wat over bleef was heel gewoon en een beetje saai.
Maar niet alleen bij de Carrefour vertrokken alle lekkere dingen. Ook de deuren bij Colruyt en de Aldi gingen open en alles kwam naar buiten. Er ontstond een file aan wandelende producten. Aan de andere kant van Lede bij de Delaize gebeurde hetzelfde. Vervolgens gingen de deuren van alle huizen in Lede open en daar gingen de sportschoenen en de zijden hemden, made in Taiwan. De mooie voetballen uit China of Hongkong. De gsm’s, laptops, de game-boy’s, de T.V.’s, de fototoestellen uit het Verre Oosten. Ze lieten de mensen in Lede in de steek. Die mensen, die wisten nog niet hoe ze zich de volgende ochtend zouden vervelen! Ze zouden wakker worden zonder wekker en niet weten hoe de dag door te komen zonder schermpjes. Iedereen zou zich vervelen. ALLES WAS WEG!
Zelfs mensen vertrokken. Daar ging die goede nieuwe voetballer die enthousiast was verwelkomd. Die leuke gekleurde jongen uit de klas die op z’n handen kon lopen en altijd grapjes maakte. En het geadopteerde Chineesje meisje van de buren dat zo mooi kon zingen. Weg! Weg! Allemaal Weg! Ze waren verdrietig want de meeste mensen wilden hen niet meer.
Na een uur of drie was de uittocht gedaan. Toen was het bijna Kerstfeest maar dan wel een heel vreemd kerstfeest want er was niets buitenlands meer aan. Alleen nog maar gewone kerstbomen, wat appels en een paar noten. Er was geen chocolademelk! ‘Stille Nacht’ mocht ook niet meer gezongen worden want dat is een Oostenrijks lied.
Gelukkig kwam toen op de Markt de bus aangereden. De chauffeur stopte en bromde: ‘Hier moeten jullie maar uitstappen. Ik rij deze Kerstavond niet meer verder. Ik wil naar huis. Je moet hier maar overnachting zoeken’. Een hoogzwangere Maria stapte met haar lieve Jozef uit de bus. Daar stonden ze en waar moesten ze nu naar toe?
Gelukkig, gelukkig stonden zij daar nog op de bus te wachten: die voetballer, die leuke jongen uit de klas en het Chineese meisje van de buren. Ze zagen en begrepen dat het nu niet het moment was om te vertrekken. Ze moesten wegwijzer zijn! Als drie wijzen gingen ze Jozef en Maria voorop om hen de weg te tonen naar het woonzorgcentrum Markizaat, waar het licht altijd brandt en waar altijd iemand is om je te helpen.
Zo is het gekomen dat die nacht in een leeg kamertje in het Markizaat een kindje werd geboren. En daarna zijn die drie wijzen weer naar hun huis teruggekeerd. De chocoladerepen zagen het keerden toen ook maar terug want wat zou het Kerstfeest zonder chocolademelk zijn? De koffie volgde en de rijst en de Ethiopische boontjes, want die hielden toch niet van vliegen.
De volgende ochtend leek het alsof er niets was gebeurd. Alles was weer zoals het moest zijn of toch niet helemaal? Een nieuw kindje was geboren! De vrijwilligers deelden aan iedereen doopsuikers uit. Heerlijke chocolade!
Bij de bakker waren de klaaskoeken veranderd in kerstbomen. En Maria zei: ‘We zullen hier maar blijven want hier woont de liefde. Er is nog veel te doen’.
Vrolijk Kerstfeest.
Saskia