02 okt Het nulnummer – Umberto Eco
Het Nulnummer van Umberto Eco belandde op mijn nachtkastje dankzij de leestippers van de bibliotheek. Maandelijks krijg ik een mail van de bibliotheek, waarin ze mij een aantal boeken aanraden op basis van mijn uitleengedrag. Het is mijn bedoeling om dit jaar maandelijks minstens een van die tips te lezen en te bespreken.
Dit boek – Het Nulnummer – is, los van de inhoud, om twee redenen zeer interessant. Het is ongeveer het dunste boek dat Eco schreef, dus een uitstekende kennismaking voor mensen die ‘De naam van de roos‘ of ‘De slinger foucault‘ niet direct zien zitten. Daarnaast toont dit boek aan dat fictie, een verzonnen verhaal, ons soms nog sterker confonteert met de realiteit dan non-fictie, de ruwe feiten.
Het Nulnummer is een boek uit 2015. In tegenstelling tot vroegere boeken speelt het verhaal zich hier af in de recente geschiedenis, namelijk in het Italië van 1992. Berlusconi was toen gewoon nog een mediafiguur en voorzitter van AC Milan en Italië trilde op zijn grondvesten door een reeks schandalen en aanslagen.
Verteller is Collona, een mislukt journalist die een (laatste) kans krijgt bij een nieuw op te richten krant. Commandeur Vimercate is de stichter en geldschieter. Hij heeft totaal andere bedoelingen dan een krant uit te brengen. Enkel Collona en hoofdredacteur Simei zijn van deze plannen op de hoogte.
Als lezer beleven we het dagelijkse leven op een redactie, waar een bont allegaartje van journalisten is samengebracht om een aantal proefnummers – nulnummers – van de krant te maken. Dit geeft Umberto Eco de mogelijk om de verschillende schandelen en complottheorieën uit die tijd nog eens op te diepen.
Maar daarnaast is de kracht van dit boek toch vooral de beschrijving van de redactievergaderingen. De manier waarop het ene onderwerp wordt gepromoot, om de kijkcijfers omhoog te stuwen, terwijl andere onderwerpen onder op de stapel belanden, omdat ze lezers zouden kunnen afschrikken, hooggeplaatsten zouden kunnen kwetsen, of – het allerergste – tegen de belangen van de geldschieter zouden ingaan, doet slikken. Als lezer heb je weinig fantasie nodig om dergelijke gesprekken voor je te zien tijdens vergaderingen van andere redacties in andere tijden en andere landen. Het boek schetst op fictieve wijze een ontluisterend beeld van de onafhankelijke, objectieve journalistiek.
Een boeiende nevenplot vertelt over de zoektocht van collega-journalist Braggadocio, die bewijs na bewijs opdiept over het levenseinde van dictator Benito Mussolini, die op een totaal andere manier aan zijn einde kwam dan algemeen wordt aangenomen. Natuurlijk schaadt dit verhaal een heleboel machtige mensen en eindigt Braggadocio dood in een duister steegje. Zodat de complottheorieën ook hier weer kunnen oplaaien.
Om dit boek te lezen is kennis van de recente Italiaanse geschiedenis interessant. De verwijzingen zijn talrijk. Maar deze kennis is niet noodzakelijk. Het boek is geschreven in de prachtige taal van Umberto Eco, met geweldige dialogen. Om het ontluisterende beeld van een krantenredactie tot je door te laten dringen heb je geen enkele voorkennis nodig, en het idee om allerlei complottheorieën aan te klagen door middel van een complottheorie, is sterk.
Het nulnummers is geschreven in 2015, maar vandaag nog altijd van tel.