Het complot 1

Het complot tegen Amerika – Philip Roth

Het is 1940, en de negenjarige Philip Roth woont met zijn vader en moeder, met zijn broer Sandy en met zijn neef Alvin in een klein appartement in Summit Street, midden in de Joodse wijk in Newark.

1940 is ook het jaar van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, verkiezingen die Franklin D. Roosevelt zonder al te veel problemen lijkt te zullen winnen. Maar dan doet Charles Lindbergh zijn (her)intrede in het politieke leven. Lindey vloog in 1927 als eerste mens ooit non-stop en solo over de Atlantische oceaan van New-York naar Parijs met zijn ‘The Spirit of Saint Louis‘, hetgeen hem een mythische status opleverde. De piloot trok zich terug uit het openbaar leven na de ontvoering van zijn zoon in 1932. Hij woonde een tijdje in Groot-Brittanië en werd dikke maatjes met de vertegenwoordigers van het Hitlerregime.

Vlak voor de oorlog keert hij terug naar Amerika om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen. Het showgehalte tijdens de voorverkiezingen is al indrukwekkend, maar eens hij de officiële kandidaat voor de republikeinen is, zet hij een campagne op gang, wars van alle conventies, en tegen alle adviezen in. Maar … hij wint glansrijk de verkiezingen.

En vanaf dan verandert het leven van de familie Roth beetje bij beetje en moet het gezin een dubbel gevecht leveren. Een gevecht tegen de langzaam maar zeker veranderende houding tegenover de Joden in Amerika, en een gevecht tegen de mensen in hun omgeving die lang niet zien – of niet willen zien – wat er allemaal gebeurt.

In het het middendeel valt het boek wat stil, gebukt onder het gewicht van talrijke opsommingen en details die de gruwel van deze veranderingen moeten verduidelijken, maar die ook dit gefantaseerde verhaal ze reëel mogelijk moet laten lijken.

En dan stelt de ontslagen Joodse journalist Walter Winchell zich kandidaat voor de volgende verkiezingen, beginnen de pogroms en tonen  verschillende extreem-rechtse groeperingen hun ware aard. Wat volgt zijn een aantal verrassende plotwendingen die onmogelijk te beschrijven zijn, zonder het verhaal te spoilen. En dat zou zonde zijn. Het boek is te goed om niet te lezen.

Het Complot tegen Amerika is een roman uit 2004, op een moment dat van politicus Donald Trump nog geen sprake is. De parallellen zijn nochtans verbijsterend. Ik vertelde bij het Nulnummer van Umberto Eco al dat een roman soms meer inzicht geeft in de werkelijheid, dan een goedgeschreven non-fictieanalyse boordevol cijfers. Dat is hier zeker ook zo. Een tweede gelijkenis is, dat beide auteurs begenadigde schrijvers zijn.

O ja. En voor diegenen die geen fan zijn van vervormde, geromantiseerde geschiedenissen: op de laatste 40 bladzijden van het boek doet Philip Roth de echte historie uit de doeken. Je kunt dus uitgebreid vergelijken en de zeven verschillen zoeken.

Ik heb dat niet gedaan. Ik had genoeg aan de roman.

 

 



Wil je op de hoogte blijven van mijn plannen voor morgen of overmorgen? Of misschien zelfs die van vandaag? Schrijf je in op mijn Nasbrief.