Jan achter de computer

En toen verliet ‘fake news’ de sociale media, op weg naar het Capitool

Januari 2021 zal nog lang in ons geheugen gegrift blijven. Het was de maand waarin een van de symbolen van de Westerse democratie, het Capitool in Washington, onder de voet werd gelopen door een verongelijkte menigte. En de maand waarin de twitter- en facebookaccount van Donald Trump werden geblokkeerd. De maand dus waarin de kracht van fake news onomstotelijk werd aangetoond.

Maar wat is fake news? En – vooral – wat doe je eraan?

Bij anderstalige termen is het altijd nuttig om te zoeken naar een Nederlandse variant.

  • Nepnieuws is de letterlijke vertaling, maar slaat eigenlijk op iets anders. Nepnieuws is: correct, onderbouwd en bewezen nieuws, waarvan populisten beweren dat toch onjuist is. Een beproefde tactiek om de geloofwaardigheid van media te ondergraven.
  • Misinformatie slaat op informatie die niet correct is, maar zonder dat er een bedoeling is om foutieve informatie te geven. Informatie die per ongeluk (of door onbekwaamheid) wordt vervormd.
  • Desinformatie is eigenlijk de beste vertaling. Dit gaat over ‘… berichten die opzettelijk zijn gemaakt, bewerkt, of van elke context ontdaan, met een specifiek doel in het achterhoofd.’ (*)

Desinformatie is vandaag de dag zo krachtig, dat duizenden Amerikanen naar het Capitool trokken, om de ‘gestolen’ overwinning van Joe Biden aan te klagen. En dit ondanks het feit dat Trump, tijdens talloze processen, keer op keer in het ongelijk werd gesteld.

En desinformatie is helaas geen rariteit uit een ver land. Het bestaat ook bij ons.

De tweede vraag is lastiger. Wat doe je eraan?

De Europese Unie zette twee jaar geleden een strategie op poten. De grote krijtlijnen zijn:

  • Geld investeren om desinformatie op te sporen, te analyseren en te ontmaskeren (o. a. door fact checking).
  • Bevorderen van informatie-uitwisseling tussen EU-landen en EU.
  • afspraken met online bedrijven (Facebook, Twitter, Google, …).
  • proactief en objectief communiceren over de Europese waarden en het EU-beleid.
  • Meer bewustmaking van, en meer verantwoordelijkheid voor de burgers (mediageletterdheid).
  • Ondersteuning kwaliteitsnieuwsmedia en -journalistiek.

 

En wat kun je hier als plaatselijk politicus mee doen?

De eerste 3 krijtlijnen spelen zich boven ons hoofd af. Ik geloof er ook niet direct in. Voor mij is de strijd tegen desinformatie een ongelijke strijd, die je nooit kunt winnen door in te zetten op fact checking, uitwisseling van informatie en afspraken met online bedrijven. Een strijd waarin zelfs de Europese Unie ook maar een Kleinduimpje is.

In de laatste 3 krijtlijnen zie ik al veel meer brood.

  • Proactief communiceren over Europese waarden, dat kunnen wij – politici – op ons nemen.
  • Bewustmaking van burgers hoeven wij – politici – echt niet exclusief over te laten aan het onderwijs.
  • Ondersteuning van kwaliteitsjournalistiek is misschien wel de belangrijkste van de 3. Wij moeten durven investeren in mensen die ons regelmatig vertellen wat we verkeerd doen.

 

En welke krijtlijn ontbreekt?

Het is merkwaardig, maar in de strategie van de Europese Unie staat niks over het gedrag van politici zelf. Wij kunnen nochtans een zeer belangrijke spelen in de strijd tegen desinformatie. en dit op twee vlakken.

  • Door correcte informatie beschikbaar te stellen.
  • Door te werken aan onze geloofwaardigheid.

 

Kortom, als plaatselijke politici hebben we echt wel onze rol te spelen in dit internationaal debat.

 

(*) https://sargasso.nl/desinformatie-geen-fake-news/



Wil je op de hoogte blijven van mijn plannen voor morgen of overmorgen? Of misschien zelfs die van vandaag? Schrijf je in op mijn Nasbrief.