05 feb De verwondering – Hugo Claus
“Van de duivelskunstenaar Hugo Claus is De verwondering iets van het mooiste en het machtigste dat hij geschreven heeft”. Wanneer die woorden uit de pen van collega-duivelskunstenaar Louis Paul Boon komen, is de interesse meer dan een beetje gewekt.
De verwondering is een queeste. De queeste van leerkracht Victor-Denijs de Rijckel, Duits en Engels, naar de onbereikbaar mooie Alessandra Harmedam. Zoals het hoort in een queeste woont Alessandra in een echt kasteel: Almout, dichtbij het landelijke Hekegem. Tot daar het raamwerk.
Binnen dit raamwerk is een structuur gegoten die pas in de loop van het verhaal duidelijk wordt. Ons hoofdpersonage zit sinds kort in een psychiatrische instelling, waar hij zonder ophouden zijn pen over het ene na het andere vel papier laat gaan. Hij maakt in de eerste plaats een zeer afstandelijk verslag van de voorbije gebeurtenissen. Hij doet dit op vraag van zijn psychiater Korneel (met de onbelangrijke achternaam). Daarnaast maakt hij extra aantekeningen voor zichzelf. Hier valt de afstandelijkheid weg.
Op geheim papier, binnen gesmokkeld door een van de verpleegsters, doet hij verslag van zijn leven in de psychiatrische kliniek. De vierde lijn is voor ons, lezers, misschien nog de interessantste. Hier brengt hij verslag van gebeurtenissen tijdens en vlak na de tweede wereldoorlog. Deze vier verhaallijnen, elk in een eigen stijl geschreven, springen van de ene flashback naar de andere, naar de werkelijkheid en weer terug. Het is een uitdaging om niet in het boek te verdwalen.
Het boek is een roman, fictie dus, maar uitstekend gedocumenteerd. Je hebt niet veel fantasie nodig om in Maurice De Keukeleire en Crabbe (met de onbelangrijke voornaam) de historische figuren Joris Van Severen en Reimond Tollenaere te herkennen. Bovendien zijn bepaalde episodes in het boek, zoals de executie van De Keukeleire op 20 mei 1940 en de behandeling van Richard Harmedam op de markt van Oostende gebaseerd op waar gebeurde feiten.
Maar centraal staat dus de queeste. Albert Verzele, een 13-jarige schooljongen neemt De Rijckel, Duits en Engels, op sleeptouw en voert hem naar Hekegem en kasteel Almout. Alessandra en de overige bewoners zijn in volle voorbereiding op een herdenkingsbijeenkomst ter ere van oud-SS’er Crabbe, die stierf aan het Oostfront. Vader Harmedam meent dat De Ryckel in werkelijkheid Dr Heerema is, een Nederlandse professor die een artikel schreef over het Vlaams-nationalisme en eregast is op de herdenking.
De Ryckel maakt van deze persoonsverwisseling dankbaar gebruik om zijn ideale Sandra te benaderen, maar hij raakt verstrikt in een avontuur waarin Hugo Claus een perfecte mix serveert van oorlog, repressie, herdenking, Duitse sympathieën, Vlaams plattelandsleven, liefde, lef of het gebrek daaraan en passie. De climax baadt in een sfeer van magisch realisme die Hubert Lampo hem niet nadoet.
De verwondering (1962) is, na De Metsiers, De hondsdagen en De Koele minnaar, de vierde roman van Hugo Claus. De schrijver zelf beschouwde het als zijn opus 1. De eerste 3 boeken rolden vrij vlot uit zijn pen, maar De verwondering was hard labeur. Het verscheen 6 jaar na De koele minnaar. De ambities van Claus waren torenhoog. Hij verslond kilo’s achtergrondinformatie en zwoegde op taal en structuur.
Het resultaat mag er zijn. Een prachtige roman die na 60 jaar nog altijd actueel en beklijvend is, die je scherp houdt en die je meeneemt naar de magische grens tussen feit en fictie. Je mag als lezer een serieuze inspanning leveren, maar je krijgt er zeer veel voor terug.
Jan Lievens en ik bespraken De Verwondering in Te Boek!, ons boekenprogramma op Radio Lede.