22 nov Focus – Arthur Miller
Te Boek! is een radioprogramma dat ik samen met Jan Lievens maak voor Radio Lede. Het thema voor de volgende aflevering is ‘de Amerikaanse presidentsverkiezingen’. Bizar misschien dat ik daarvoor teruggrijp naar een roman die bijna zestig jaar oud is. De enige roman bovendien die auteur Arthur Miller ooit schreef. Maar wat voor een roman! En bovendien: wat een beklemmend actuele roman.
Dat Arthur Miller (1915 – 2005) slechts één roman schreef, heeft alles te maken met het feit dat hij in de eerste plaats toneelauteur is. In 1949 brak hij door met Dood van een Handelsreiziger (Death of a Salesman) waarmee hij een Pullitzer Prize en een Tony Award verdiende. Andere bekende stukken zijn The Crucible en A view from the bridge. Daarnaast schreef Miller kortverhalen en scenario’s voor hoorspelen en TV. En diegenen die in de jaren ‘50 al regelmatig naar de kapper gingen, zullen ook weten dat hij gedurende vijf jaar gehuwd was met Marilyn Monroe.
Het boek
Focus is dus zijn enige roman. Het boek kwam uit in 1945, vlak na het einde van de de tweede wereldoorlog. Het verhaal speelt zich af in New-York op het einde van diezelfde oorlog. De centrale figuur is Lawrence Newman, een ietwat saaie man die nog bij zijn moeder woont en elke dag proper gewassen en keurig op tijd vertrekt naar zijn werk als personeelschef bij een verder anonieme Corporatie. Het bedrijf heeft een zeer strikt aanwervingsbeleid. Enkel zeer betrouwbare en vakkundige medewerkers worden aangetrokken … en ze mogen vooral geen haakneus hebben. Een antisemitische instelling waar Newman totaal geen problemen mee heeft.
Tot op de dag dat hij het niet langer uit kan stellen. Zijn zicht is dermate verslechterd, dat hij zich een bril moet aanmeten. Tot zijn eigen verbijstering en vertwijfeling ziet hij er nu uit als … een Jood. Dat heeft ook zijn baas in de gaten, die hem vlot degradeert naar een plaats waar zijn uiterlijk geen klanten zal afschrikken. Newman weigert en neemt per direct ontslag.
Vanaf dat punt ontwikkelt Miller een verhaal waarbij Newman slachtoffer wordt van steeds extremere vormen van racisme. Het begint met een niet-aanwerving bij een nieuw bedrijf omdat er zogezegd geen betrekking is, en gaat over omvergegooide vuilnisbakken, weigering om een hotelkamer te verhuren, tot slachtoffer worden van een knokploeg van het Christian Front.
Het verhaal is zeer sterk om 3 redenen. In de eerste plaats is er de omslag van het hoofdpersonage. Waar Newman racisme in het begin nog aanvaardt als iets vanzelfsprekends en iets ver van zijn bed, wordt hij plots slachtoffer. En de lezer samen met hem. Miller slaagt erin om al die passages waarin Newman racistische daden ondergaat, zo beeldend te beschrijven, dat je als lezer het gevoel hebt zelf slachtoffer te zijn. En dat komt aan.
Daarnaast schetst de auteur ook een zeer treffend beeld van alle betrokkenen:
- Het slachtoffer, dat lang de andere kant op blijft kijken, hopend dat het overwaait.
- Het slachtoffer dat zich aansluit bij het Christian Front een racistische organisatie, om toch maar gerust gelaten te worden.
- De buurman die zich heel vriendelijk voordoet, maar in het weekend naar schietoefeningen in afgelegen bossen gaat.
- De Joodse winkelier die gelaten afwacht wat komt (al koopt hij wel een paar honkbalknuppels.
- De echtgenote, even joods van uiterlijk, die haar man perfect weet uit te leggen hoe hij wel moet reageren.
- De geldschieters die er alle belang bij hebben om racistisch organisaties te ondersteunen.
- En vooral al die mensen die het zien, die vanop afstand toekijken, die begrijpen wat er gebeurt, maar die geen poot uitsteken om de slachtoffers te helpen.
En ten derde, niet onbelangrijk voor een roman, het is gewoon zeer goed geschreven, in een taal die zestig jaar later totaal niet verouderd overkomt.
En de link met vandaag?
De manier waarop Miller al die verschillende personages in hun verschillende rollen beschrijft. Vooral de geldschieters die precies weten waar ze moeten zijn om nog rijker te worden. En – pijnlijker omdat het dichter bij ons ligt – al die mensen die toekijken zonder in te grijpen en daardoor de escalatie zomaar laten gebeuren.
Niemand heeft dat ooit mooier en kernachtiger samengevat dan Wannes Van De Velde in Ze kwame van ‘t Zuide:
Want goh-g-et ier slecht meh ons economie
deur schuld van corrupte gebruike
de slave die geve de slave de schuld
en wille de Turke buite
Heb je Het complot tegen Amerika van Philip Roth al gelezen? Dan is dit het perfecte vervolgboek.