Dit boek is verreweg het dikste van de 5 boeken die ik hier voorstel. Maar het is verreweg ook het moeilijkst weg te leggen.
Dirk De Wachter beschrijft het boek als volgt: “Bregman doet het weer: kritisch, scherpzinnig en wetenschappelijk gaan voor het goede in de mens. Een noodzakelijk tegengif in tijden van cynisch populisme. Een moedig pleidooi voor beschaving en menselijkheid, schitterend verteld.”
Dirk De Wachter heeft gelijk, al wil ik er toch iets aan toevoegen. Het leukst zijn de tien leefregels in de epiloog. Ik raad je aan om vooral regel 7 (vermijd het nieuws) – na het lezen van deze website – in de praktijk te brengen. Dan zal ik ondertussen regel 10 toepassen.
Het boek Links-liberalisme is een zoektocht. Een zeer goed onderbouwde zoektocht. Het uitgangspunt is: ‘Houston, we have a problem’. Of beter: België (en andere staten) hebben drie problemen die met elkaar samen hangen.
Lauwers benoemt en omschrijft eerst 5 recente uitdagingen: informatieverspreiding, neoliberalisme, de Europese Unie, migratie en politieke schandalen.
Het middendeel van het boek is een persoonlijke analyse van de politieke geschiedenis vanaf de Verlichting tot het links-liberalisme. In het laatste deel formuleert de schrijver op vier van de vijf uitdagingen een mogelijk antwoord vanuit Links-liberaal perspectief.
Het links-liberale antwoord op de huidige informatieverspreiding en -vergaring zal ik zelf moeten formuleren 🙂
De coronaperiode is/was een ideale gelegenheid om mijn politiek-theoretische onderbouw te verstevigen. Daarom dit boek van begin deze eeuw.
Ik vind dit boek zeer verfrissend om 2 redenen:
Frontlijnen is een boek om in kleine doses tot je te nemen. 200 bladzijden lang wordt zeer duidelijk, zeer goed geschreven en met een massa concrete voorbeelden aangetoond hoe wij omgaan met onze grondstoffen, ons afval en alles wat daar tussen zit.
En net op het moment dat je het boek moedeloos in de hoek wilt smijten, begint auteur Nick Meynen kleine en grote voorbeelden op te noemen die aantonen dat verandering nog altijd mogelijk is.
In die zin doet dit boek mij denken aan ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman. Ook dit boek geeft uiteindelijk de energie om je eigen kleine bijdrage te (blijven) leveren.
‘Kinderen van Apate’ kwam uit in 2020. Gescinska analyseert eerst de verschillende aspecten van de leugen en van haar tegenhanger: de waarachtigheid. Vervolgens beschrijft ze welke gevolgen leugens hebben in het maatschappelijk debat en in de politiek. Om te komen tot een eerste basisingrediënt dat het tij kan keren: de zelftwijfel, kernachtig uitgedrukt in de uitspraak van Hans-Georg Gadamer als ‘de ander kan gelijk hebben’.
Wie weet geraken we, met een beetje meer zelftwijfel, federaal aan een regering. En kunnen we op de andere niveaus werken aan het herstel van het vertrouwen in de politiek?